Alem Akilil is een 35-jarige vrouw uit de stad Debre Sina. Ze wonen in een arme buurt van de stad. Haar man, Girma, heeft een eindje buiten de stad een klein lapje grond waar hij op boert. Thuis stookt Alem areke, een soort sterke drank. Voor het stoken is veel hout nodig, veel en duur hout. Het zijn dus tweeverdieners maar verdienden net aan genoeg voor hun dagelijks leven, eigenlijk niet genoeg om hun drie kinderen naar school te sturen.
Begin 2021 ging Alem meedoen met een zelfhelpgroep, een twaalftal vrouwen in dezelfde omstandigheden. Als eerste moest ze leren om een eenvoudige boekhouding aan te leggen: inkomsten en uitgaven in balans. Ook leerde ze groenten te kweken in de eigen tuin. En ze kreeg een lening van de groep waarmee ze een paar legkippen kocht. Nu heeft ze twaalf legkippen, wekelijk verdient ze ruim tien euro. En de kinderen eten bijna elke dag groenten en drie keer in de week een ei. De kinderen gaan nu met een volle maag naar school, ze hebben een keurig schooluniform en hebben al het nodige lesmateriaal.
In een half jaar tijd is hun situatie helemaal veranderd.
De kinderen helpen mee, zo goed als ze kunnen, mee ... en leren mee.
Haar man Girma helpt ook steeds meer mee. Ook hij ziet de vooruitgang bij z'n kinderen, dat vindt hij nog het belangrijkst.
De nieuwe manier van werken is de moeite waard. Alem besluit: "Dankzij God hebben wij nu een beter leven."