Al jaren hebben wij nauwe banden met Zuster Senkenesh. Ondanks haar kleine postuur dwingt zij respect af. Samen met haar bezoeken we drie adressen.
Eerst gaan we naar een vrouw die dankzij Medhen Social Center (MSC) een onderkomen heeft gekregen. Aan dit huisje wordt nog volop gewerkt. Deze vrouw vertelt ons haar levensverhaal. Ze werd door haar man mishandeld en verstoten. Ze is psychisch ziek geworden en heeft op straat gewoond. Maar nu heeft ze met hulp van Zuster Senkenesh een eigen huisje, voor haarzelf, én voor haar dochter en kleinkind. Samen met haar dochter kan ze nu endjerra’s bakken om te verkopen. En de bedoeling is dat ze binnenkort samen een businesstraining krijgen.
Vervolgens gaan we naar de vuilnisbelt. Wat een geur! Ook hier wonen mensen! We treffen hier een vrouw die in een hutje woont dat is opgetrokken uit golfplaten en plastic. Als er regen valt stroomt dit de vuilnisbelt af dwars door haar hut, waardoor haar matras steeds nat werd. Van MSC kreeg zij daarom een bed met een nieuw matras. Nu slapen ze droog. Haar kinderen kunnen dankzij MSC naar school en kunnen hun huiswerk doen, zittend op het bed.
Het derde bezoek is bij een echtpaar van wie de man door tetanus een onderbeenamputatie moest ondergaan. Zij hebben een gehandicapte zoon. Hier vroegen wij hoe duur een prothese voor deze meneer zou zijn. Zuster Senkenesh kapte de discussie direct af. Dat is niet volgens haar zienswijze. Zij wil arme mensen een klein zetje geven zodat ze het verder zelf kunnen doen. In dit geval zorgt zij ervoor dat het kind naar school gaat, waardoor de moeder overdag uit werken kan en zodoende voor een inkomen kan zorgen. En de echtgenoot kan evengoed met zijn handen werken, ondanks zijn handicap.