Ethiopië is een land in Oost-Afrika met meer dan 100.000.000 inwoners. De hoofdstad is het centraal gelegen Addis Abeba. Het land bestaat voor een groot gedeelte uit een vulkanisch gevormd hoogplateau dat aan drie kanten omgeven wordt door een laaggelegen woestijn. Door het Ethiopisch Hoogland kent Ethiopië ondanks dat het dicht bij de evenaar ligt een relatief gematigd klimaat. Uitzondering zijn de lager gelegen gebieden die een heet en droger klimaat kennen.
De bevolking bestaat uit verschillende bevolkingsgroepen waarvan de Oromo (40%), de Amharen (25%) en de Tigreërs (<10%) de grootste zijn. De Oromo leven vooral in de zuidelijke helft van Ethiopië, de Amharen en de Tigreërs in de centrale hooglanden.
De officiële taal is het Amhaars, hoewel deze vanwege de grote diversiteit aan bevolgingsgroepen maar door ongeveer een derde van de inwoners gesproken wordt. In de steden wordt redelijk goed Engels gesproken.
Het merendeel van de bevolking is Christelijk. Van het overige deel behoren de meesten tot de Islam. Van de Christenen hangen de meeste mensen de Ethiopisch-orthodoxe kerk aan. Daarnaast is er een kleine groep katholieken en protestanten.
Het nationale gerecht van Ethiopië is wot, een stoofpot die vele samenstellingen kent. De wot wordt gegeten met injera, een sponsachtige, grijze pannenkoek gemaakt van teff die wat zurig smaakt. Er wordt zonder bestek gegeten; de injera wordt gebruikt om het eten op te scheppen.
Op veel plaatsen wordt koffie op traditionele wijze bereid. Naast koffie brouwen de Ethiopiërs hun eigen bier. Ook thee wordt veel gedronken.
In Ethiopië wordt koffie niet zomaar gedronken, maar met een heuse koffieceremonie.
Het begint met het roosteren van de buna, boon, op een houtskoolvuurtje. Na het roosteren van de bonen gaan deze rond om de geur op te snuiven. verder wordt vaak wierook gebrand. De bonen worden vervolgens in een uitgeholde boomstam gestampt en gaan vervolgens in een jebena, een zwarte pot, waarin de koffie kan trekken. Als de koffie sterk genoeg is wordt die in kleine porseleinen kopjes geschonken voor de eerste ronde, de awol. Na de tweede ronde, tona, volgt nog een laatste ronde, baraka. De koffie wordt elke ronde slapper door het toevoegen van water.
Tijdens de ceremonie, waarvan het karakter wordt versterkt door het uitgespreide gras en de bloemen rond de koffiepot wordt vaak vers geroosterde popcorn gedeeld.