Interview Jan de Boer

‘Als christen is het belangrijk om je medemensen te steunen’

ISEE is niets zonder zijn vrijwilligers en donateurs. In een reeks interviews lichten we daarom een aantal betrokken mensen uit als ambassadeur van de stichting. In deze editie: Jan de Boer. Hij geeft een inkijkje in zijn jaarlijkse taak als ‘buswacht’ en deelt zijn visie op het werk van de Interkerkelijke stichting Ethiopië en Eritrea.

Jan de Boer is op Urk een bekend gezicht, toch vragen we hem om zichzelf even voor te stellen: “Ik ben Jan de Boer, 50 jaar, getrouwd met Jannie en samen hebben we twee kinderen mogen krijgen. In het dagelijkse leven ben ik eigenaar van Bakkerij Brouwer. Ik zou me zelf omschrijven als bakker, sportief en maatschappelijk betrokken. Mensen kennen me vaak van Zingen in de Zomer, waar ik voorzitter van ben.”

Een ‘familietraditie’
Als we Jan vragen naar zijn band met de stichting begint hij direct enthousiast te vertellen. “Onze familie is eigenlijk altijd al betrokken. Dat kwam door mijn tante Marij Oost, zij is vanaf het begin betrokken bij ISEE. Als je dan aan de koffie zat, ging het al snel over de stichting. Eén keer per jaar is natuurlijk de kerstcollecte en zo lang ik me kan herinneren staan wij met ons gezin al bij de bus op de Hofstee. Dat begon met mijn vader die ons meenam, maar nu sta ik er met mijn broers en kinderen.”

Als kind hielp Jan ook mee met het tellen, dat is hem goed bijgebleven. “Je voelt je dan net Dagobert Duck. Alleen is het geld niet voor jezelf, maar voor een heel goed doel! Het tellen was bij mijn tante Marij in huis, je moest altijd goed de enveloppen nakijken omdat er soms iets bleef zitten. Tegenwoordig zijn we niet meer bij het tellen en brengen we de bus gewoon bij het kantoor van de stichting. Al willen we wel altijd graag weten wat de opbrengst is!”

Jan en zijn kinderen staan nog ieder jaar op de Hofstee bij de bus, al zijn er door de jaren heen wel dingen veranderd. “Waar vroeger iedereen met een envelop kwam, heb je nu ook een QR-code om te betalen en maken mensen hun geld over naar de rekening van de stichting. Mensen komen ook naar de bus, scannen daar de QR-code en maken op die manier hun donatie over. We wilden vroeger altijd de hoogste opbrengst hebben, al maakt dat natuurlijk eigenlijk helemaal niet uit.” Jan besluit lachend; “Ook is het voor mijn gevoel een stuk warmer tegenwoordig. Ik herinner me nog goed dat ik vroeger stond te verkleumen naast mijn vader!”

Jan met familie bij de bus op de Hofstee.

 

Mensen een kans geven
Als we hem vragen naar zijn gevoel bij ISEE is Jan duidelijk. “Als christen is het belangrijk om je medemens te steunen. Mijn tante is vaak in Ethiopië geweest en omschreef onwerkelijke dingen. En de mensen daar snappen soms niet eens hoe slecht ze het hebben, ze zijn het gewend. Als we kijken naar onze luxe, dan kan dat heel confronterend zijn. We moeten ze daarom helpen met het starten van projecten, vis vangen, opleiden, dat is onze christelijke taak!”

Jan vervolgt: “De maatschappij wordt egocentrisch, maar wij moeten juist doen wat we kunnen doen. Ik denk dat als je daar eenmaal geweest bent, je heel anders naar onze manier van leven gaat kijken. Via mijn tante is dat gevoel erg over Urk verspreid. Zwier, een vriend van mij is op dit moment bijvoorbeeld bezig met een ander project in Afrika, zij helpen daar met het bouwen van een ziekenhuis. Mensen krijgen dan de kans om opleidingen te volgen, in de zorg te werken en zelfs dokter te worden. Je geeft die mensen met zulke projecten een kans! Er is nog zoveel hulp nodig in landen die het minder hebben.”

 

 

 

 

 

Het wordt goed besteed!
“Ik weet dat bij ISEE het geld ook echt op de goede plaatsen terechtkomt. Bij projecten die mensen leren zelfvoorzienend te worden. De visserij en agrarische projecten spreken me dan ook erg aan. Mensen leren dan in ieder geval om hun eigen eten te vangen en verbouwen. Dat is nog belangrijker dan de handel die er mogelijk uit voortkomt.”

Jan sluit af met de oproep om eerste kerstdag op Urk en in Tollebeek de stap naar de bus te maken. “Geef wat je kan missen, want je weet dat het goed wordt besteed!”